zondag 11 maart 2012

The Voice, Melodifestivalen en integratie


Zweden heeft sinds kort ook The Voice. The Voice Sverige. Elke vrijdagavond installeert ons gezin zich met chips, cola en het overdreven enthousiasme dat emigranten eigen is wanneer ze iets uit hun eigen cultuur terugzien, voor de buis om te zien hoe John de Mols succesvolle Talpa formule het hier in Zweden doet. Vrienden en bekenden bekijken deze onverwacht volkse uitspatting van ons met dezelfde argwaan die ik ook lange tijd koesterde wanneer mijn moeder de telefoon er op gooide omdat The Voice begon. Maar die komen er nog wel achter welk een ontroering en volksverbroedering dit programma in zijn mars heeft.

Qua jury zag alles er herkenbaar en veelbelovend uit. Geen dubbele stoel maar wel Carola als grande dame Angela en rockende krullebol Magnus Ulla als Marco. Geen Roel van Velzen en Nick en Simon maar in plaats daarvan de immer extravagant uitgedoste glamrocker Ola Salo en hiphopper Petter. Maar echt Oud-Hollands genieten werd het toch niet helemaal. Daarvoor hadden de kandidaten te vaak een geknepen stem (misschien door die strakke broekjes van Zweedse mannen?) of een kapsel als een platgereden das. Vermakelijk, maar het kon niet tippen aan de kwaliteit van de echte Voice.

Dat eeuwige één op één vergelijken is natuurlijk een typisch defect van oudere emigranten. Kinderen hebben daar geen last van. Die storten zich zonder voorbehoud op de meest huiveringwekkende culturele uitingen van hun nieuwe vaderland. Zo is mijn tienjarige zoon helemaal 'into' Melodifestivalen, de in Zweden groots opgezette voorrondes van het Eurovisie Songfestival waarvan alle ins en outs breed uitgemeten worden in de nationale pers. Waarom is me een beetje een raadsel. Het zal wel komen door de overweldigende Zweedse zege van het Eurovisie Songfestival in '74 waarbij ABBA in glitterende pakken het nooit meer geëvenaarde Waterloo ten gehore bracht. Daarmee werd Zweden naast producent van Säkerhets Tändstickors in één klap ook een muzikale grootmacht. Deze gebeurtenis lijkt, gezien de bijna on-Zweedse RAI-uno-achtige glamour and glitter, nog altijd haar stempel te drukken op het Melodifestival.

Ondertussen volg ik mijn zoons fanatieke betrokkenheid bij het melodifestival met stijgende verbazing. Van zijn zakgeld heeft hij de dure bijbehorende cd gekocht en maakt hij classificatielijstjes met een drift waarmee hij tot voor kort alleen de voetbalcompetitie bijhield. Het enige waar hij nog met mij over wil praten is wie ik beter vind: Sean Banan of Thorsten Flinck. Ik vind ze allebei even vreselijk en hoop dat zijn obsessie verdwijnt zodra het voetbalseizoen weer begint. Turkse en Marokkaanse ouders die hardnekkig vasthouden aan hun eigen taal en gebruiken begrijp ik opeens maar al te goed. Voor je het weet vervalt je kind in onherstelbaar vreemdsoortig gedrag waarmee hij zich in eigen land voorgoed diskwalificeert. Maar mijn zoon zit er niet mee. Die houdt niet vast aan Talpa's Voice. Die lacht zich een kriek om de Zweedse volksster Sean Banan en is ondertussen het best geïntegreerd van ons allemaal.