Het leven van werkende ouders in Zweden gaat over rozen. Je dropt je kinderen om half acht bij de bushalte, zoeft over eindeloos lege snelwegen naar je werk en haalt ze in de loop van de middag of avond weer op bij de naschoolse of de ijshockey. Viool of piano hebben ze dan al gehad van een docent aan school. Bij thuiskomst volstaat een boterhammetje smeren want kinderen, alsmede veel van hun ouders, worden aan het eind van de ochtend voorzien van een uitgebreide, goed verzorgde warme maaltijd die precies de benodigde energie geeft om er een dag stevig tegenaan te kunnen.
Net in Zweden, deden wij hier natuurlijk niet aan mee. De kinderen hadden nog begeleiding nodig in hun nieuwe land. Maar we vonden het ook een beetje zielig, die trossen kinderen die 's ochtends de bus uit rolden en zich door een meter sneeuw een weg baanden naar hun schoolgebouw. Moedige kabouters van zes met een rugzak om, die hunkerende blikken wierpen op ons, ouders die hun kinderen lachend en vrolijk naar hun klas begeleidden. Waar we konden gaven we die arme stakkers een aai over hun bol waarop ze kwispelend doorliepen naar hun klas. De ongeregeldheden van groepen onbewaakte scholieren bij bushokjes zagen we als een uitwas van het systeem
Maar een half jaar en 20.000 kilometer op de teller verder, vroeg ik me af waar ik mee bezig was. Mijn kinderen wilden niet meer aan het handje naar hun klas, maar net als de rest met de bus naar school. Bovendien was ik er zelf ook wel klaar mee om als een sociale drop-out rond te hangen in de heuvels bij de school. Dus nu zet ik mijn kinderen ook netjes bij de bus af. Zonder schuldgevoel want ze zijn dolblij, voelen zich ontzettend groot en maken dagelijks een stevige wandeling door de velden van de bushalte naar huis. Daarbij scheelt het een hoop tijd en bezinekosten. Ook op de sportvereniging gooi ik mijn kinderen en hun grote ijshockeytassen tegenwoordig zonder scrupules de jeep uit waarna ik direct weer plankgas geef. De begeleiders zitten helemaal niet te wachten op ouders die de veters van hun kinderen strikken. En toen ik mijn zoon laatst in het voorbijrijden vanuit mijn ooghoek op een bushokje zag staan springen dacht ik alleen nog maar: 'O, kijk eens wat hij het leuk heeft met zijn Zweedse vrienden!'
Scepsis slaat al snel om in acceptatie wanneer je ervaart dat je als ouder nauwelijks kunt wedijveren met de zorg die de Zweedse staat je kinderen biedt. Op school en de opvang wordt fantastisch voor kinderen gezorgd. Behalve een goede maaltijd krijgen ze veel beweging en frisse lucht. Kinderen worden het bos in gestuurd om te wandelen, skieën, bomen te zagen of worstjes te grillen. Te koud is het nooit, hooguit draag je verkeerde kleding. De frisse fleurige houten gebouwen waar de kinderen overdag vertoeven zijn prachtig. Tieners kunnen tot 21.00 terecht in café's die meer weg hebben van een museum dan van een gemeentelijk buurthuis. Op chique loungebanken vermaken zij zich onschuldig met kaarten en mobieltjes onder het genot van een kopje thee. Het gehele pakket aan voorzieningen schept zeer veel ruimte en tijd en kost ouders nagenoeg niets. Zo kun je tenminste met een gerust hart aan het werk.
De Zweedse staat begrijpt ook goed dat kinderen het goud van de toekomst zijn wat zich vertaalt in een kinderbijslag die twee maal zo hoog is als in Nederland en een bevallingsverlof dat recht doet aan de gezondheid en natuurlijke behoeften van moeder en kind. Bijna anderhalf jaar kun je als moeder wegblijven met behoud van baan en inkomen. Daarbij hebben ouders recht op 480 dagen betaald zorgverlof die tot het 8e jaar van het kind naar eigen goeddunken verdeeld kunnen worden.
Het is niet gek dat wij vaak met een jaloerse blik naar Zweden kijken. Want vergeleken hierbij zorgt de Nederlandse staat halfslachtig voor haar gezinnen. Waar kinderen vroeger tussen de middag naar huis gingen voor een warme maaltijd, moeten zij het tegenwoordig stellen met twee met jam doordrenkte boterhammetjes die ze meestal uit pure narigheid in hun broodtrommeltje achterlaten. Of uit vrees om maar iets van een half uurtje pauze op een overvol schoolplein te moeten missen. Want het drukke lespakket van Nederlandse kinderen biedt steeds minder ruimte aan hun natuurlijke behoefte aan beweging. Daarbij kost kinderopvang ouders handen vol geld. Een bevallingsverlof van 16 weken kun je net zo goed niet geven want het wekt alleen maar de indruk dat het normaal is je baby na twee en een halve maand bij een vreemde achter te laten. Met haar halfslachtige zorg legt Nederland het grootste deel van de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van opvoeding en gezinsleven bij het gezin zelf. Vergeleken bij Zweedse ouders maakt ons dat tot ontzettende zwoegers want de zorg voor je kinderen is een stuk meer gedoe dan rustig op kantoor zitten en het levert een stuk minder op. Daarbij veroordeelt het vrouwen in de praktijk vaak tot een baantje in de marge.
Anders dan Nederland heeft Zweden een duidelijke keuze gemaakt. Aanvankelijk uit nood geboren want Zweden werd in de negentiende eeuw geteisterd door hongersnood en een kwart van de bevolking emigreerde naar Amerika. Er moest een plan komen om een einde te maken aan de honger en het dalende geboortecijfer. Dat bood het intellectuele sociaal-democratische echtpaar Alva en Gunnar Myrdal in 1934 met hun boek Kris i befolkningsfragan (Crisis in het bevolkingsvraagstuk) dat nog altijd de grondslag van de Zweedse verzorgingsstaat vormt. Hun oplossing was simpel: Stel zowel mannen als vrouwen in staat tot betaalde arbeid buitenshuis waarbij uitmuntende sociale voorzieningen er zorg voor dragen dat ouders een groot deel van de opvoeding uit handen kunnen en willen geven en dat het krijgen van kinderen op geen enkele manier een obstakel vormt. Alva Myrdal koppelde haar feministische idealen handig aan het nijpende bevolkingsvraagstuk. De weerstand uit de conservatieve hoek drukte ze de kop in door te stellen dat Zweden het wel kon vergeten als er geen moderne oplossing kwam voor moeder en kind. Na WOII nam de Zweedse overheid het idee van de Myrdals actief over. In het neutraal gebleven Zweden bloeide de economie op waardoor er veel werkgelegenheid ontstond. Men bedacht nog veel welvarender te kunnen worden als men nu de 'verborgen arbeidskrachten' inzette. En waar elders in Europa overal gastarbeiders werden ingezet, deed men in Zweden een beroep op de vrouwen. Zij die niet wilden werden in lastercampagnes als parasieten van de samenleving afgeschilderd en onzeker gemaakt door te beweren dat creches veel beter in staat waren kinderen op te voeden dan zijzelf, aldus de Zweedse Anna Wahlgren, schrijfster en moeder van negen kinderen (Marilse Eerkens in Volkskrant en J/MOuders resp. 12-11-2007 en okt. 2007).
Het Myrdalrecept heeft zijn vruchten afgeworpen. De financiële armoede is bestreden, en zelfs meer dan dat. De Zweedse welvaart is een toonbeeld voor de wereld: de Zweedse Kroon staat sterk, het geboortecijfer is hoog, veel Zweden hebben een tweede huis en een tweede auto.
Maar de keerzijde van de medaille is een sociale leegte die naar Nederlandse maatstaven ongekend is.
Die uit zich in een doods straatbeeld waar je zelden kinderen en ouderen aantreft omdat volwassenen overdag geen tijd meer voor hen hebben. Als moeder met een kind van vijf ben je 's ochtends in de supermarkt een rariteit tussen de bouwvakkers en zakenvrouwen die hun ontbijt komen halen.
Ouders treffen elkaar niet meer op het schoolplein maar hebben slechts contact op ouderavonden. Daar wordt dan uren achteréén gepraat over ruzies of discussies tussen kinderen die zich ergens op een bepaald moment hebben afgespeeld maar waar niemand, juf of meester incluis, meer de vinger op kan leggen. Of men discussieert over de vraag wat je moet als je kind de hele dag achter de p.c. zit terwijl jij aan het werk bent. Helemaal erg wordt het wanneer men de problemen via e mail probeert op te lossen: 'Jouw kind zei tegen mijn kind op face book...', enz., waarbij de zorg voor een kind gereduceerd wordt tot één van de vijftig mailtjes die je in een dag doorwerkt. Als Nederlander valt je mond open van verbazing. Je wilt roepen: Jongens, hier gaan jullie nooit uitkomen! Je kunt niet en hele dagen werken, twee auto's en twee huizen bezitten en daarbij volledig grip hebben op het leven van je kind. Niet voor niets wordt het fenomeen mobbning (pesten) hier in de kranten zo breed uitgemeten. Want waar je hopen kinderen alleen laat in bussen of relatief alleen in de opvang, vraag je om problemen. Die ontstaan bij de gratie van de afwezigheid van leidinggevende volwassenen die fungeren als coach, rolmodel en scheidsrechter. Men verzint van alles: sociale codes, stategieën, stoeimeesters, antipest cursussen en ouders die 's nachts over straat lopen, maar uiteindelijk is dat alles niet meer dan een doekje voor het bloeden.
Zweedse kinderen verworden in hun aparte kinderwereld tot een beschermde diersoort. Zij worden slechts beziggehouden in plaats van dat ze zich nuttig maken of een functie vervullen. In de Scandinavische wereld is het begrip curlingouders van de Deense psycholoog Bent Hougaard inmiddels een begrip. Ouders wordt verweten dat zij, net als in de curlingsport, waarin met bezems de baan van de schijf op het ijs wordt beïnvloed, alle oneffenheden op het parcours van hun kind wegborstelen, zodat het met de minst mogelijke weerstand zijn doel kan bereiken. Dat kan ertoe leiden dat een kind zich niet volwaardig kan ontplooien. De oorzaak hiervan ligt echter niet bij overbeschermende ouders maar bij een systeem dat kinderen op laat groeien in een ideale kinderwereld die niet één geheel vormt met de harde bedreigende volwassen buitenwereld.
En terwijl de kinderen onzelfredzamer, lastiger en verveelder raken, worden de volwassenen steeds onzekerder en onervarener in hun rol als opvoeder omdat ze weinig tijd doorbrengen met hun kinderen. 'Deug ik als ouder?', kopte de Stockholm City maandag 11 april weer eens. Ook daarin schiet de staat de ouders te hulp door hen op opvoedcursus te sturen. Maar met simpele richtlijnen als: Beloon goed gedrag en negeer slecht gedrag, komt men er niet uit. Wangedrag wordt inderdaad vaak genegeerd en kinderen komen overal mee weg, wat nog versterkt wordt door het gelijkheidsdenken van de Zweden. Men behandelt kinderen als kleine volwassenen die in kranten vertellen hoe ze opgevoed willen worden en die overal inspraak in hebben. Daarbij is de positie van het kind zo beschermd dat kinderen krijsend door de klas rollen terwijl de leraar ze formeel niet eens mag vastpakken.
Tegelijkertijd willen ouders natuurlijk wel het allerbeste voor hun twee, drie zeer gewenste en geplande kinderen. Daarin stellen ze onrealistisch hoge eisen aan leerkrachten en zoeken naarstig naar boeken die henzelf uitkomst bieden. In 'Tagga ner' (Relax!) schrijft Malin Alfvén wat ouders graag willen lezen: Dat zij zich geen zorgen hoeven maken en hun eigen opvoedstijl moeten vinden. Maar kom je daar wel aan toe als je je kinderen alleen naar bed brengt en in het weekend leuke dingen met ze doet?
Niet alleen ouders en kinderen, ook de ouders onderling leiden grotendeels hun eigen leven. Wellicht is dat de reden dat de helft van de ouders gescheiden is voordat het eerste kind drie jaar is. Scheiden lijkt geen big deal in Zweden. It happens all the time. De financiële onafhankelijkheid van ouders en de garantie op goede dagelijkse zorg voor de kinderen verzacht het leed in ieder geval. De gangbaarheid van het scheiden heeft een heuse terminologie met zich meegebracht: Kinderen van je partner noemt men 'bonuskinderen' en onlangs verscheen ook het boek 'Bonusföräldrar' (Bonusouders) van Deense familietherapeut Jesper Juul waarin je leest wat goed stiefouderschap voorstelt.
Een gezinsleven als los zand is de prijs die Zweden betaalt voor zijn welvaart. De zwaarste kritiek daarop komt uit Zweden zelf van de eerder genoemde Anna Wahlgren. Jullie Nederlanders zijn hartstikke gek! Wie neemt er nou een voorbeeld aan een land dat het gezin als obstakel ziet?
Toch gaan de ontwikkelingen gewoon door. Toen na de verkiezingen in september 2010 belastingaftrek voor kinderoppas mogelijk werd, explodeerde deze branche in allerlei creatieve vormen van gezinsdienstverlening, variërend van het afhalen van kinderen op de naschoolse opvang tot inslaapmethodes en kant klare maaltijden die ouders in Uppsala vanaf de opvang mee kunnen nemen naar huis. Dat dit zelfs veel Zweden te ver gaat blijkt uit diverse lezersreacties in de krant (Svenska Dagbladet 5-4-2011) zoals die van meneer Larsen: 'Binnenkort kan men het hele ouderschap outsourcen, dan kan men eindelijk echt de hele tijd werken. Hoera!
Bijna als paradox signaleert spoorwegmagazine Kupé in haar aprilnummer een nieuwe trend onder jongeren: een tryggt Svenssonliv (een geborgen burgermansbestaan) waarin familieleven en langdurige relaties centraal staan. Op zich niet uniek voor Zweden, want overal in de wereld ontstaan er tegenreacties op de mechanisatie en individualisatie van de maatschappij. Men grijpt terug naar de basis van het bestaan met brood bakken, truien breien en veel samen zijn met het gezin. Het wordt wel aardig doorpezen voor de Zweden want al deze gezinsgezelligheid moet wel naast twee volledige banen. Gas terug in betaald werk lijkt geen optie want vaders, maar vooral moeders, die fulltime voor hun kinderen zorgen zijn een huizenhoog taboe. Zodra men ontdekt dat ik zelf voor mijn kinderen zorg, schrikt men of kijkt men weg. Het hoort niet. Slechts een enkeling fluistert zachtjes:'Ja, je zou eigenlijk meer zelf voor je kind moeten kunnen zorgen.' Alsof niemand, niemand dat mag horen.
Hoe heeft dit taboe kunnen ontstaan? Is het doodsangst om weer aan honger ten onder te gaan? Is het solidariteit naar de gemeenschap of naar de feministische strijdsters die gelijke rechten tussen man en vrouw bevochten hebben? Is het pure indoctrinatie van de staat of is het de onmacht om tegen de stroom in te roeien? Want zelf voor je kinderen zorgen betekent in Zweden: gebrek aan geld, status, sociaal isolement en extra hard werken.
Feit is in ieder geval dat het volkomen geaccepteerd is een zorgende moeder als een beklagenswaardig schepsel neer te zetten. En wie wil dat zijn? Dagens Nyheters vaste columnist Lisa Bjurwald schrijft met afgrijzen over jonge vrouwen die een carriere lijken te willen verruilen voor de huiselijke haard (17-2-2011). Als summum van onwenselijkheid voert zij de 28 jarige Malin aan die in Svenska Dagbladet werd geinterviewd (9-6-2010) en die, net als haar drie minderjarige kinderen geheel afhankelijk was van haar partners inkomen! 'Het zou toch vreselijk zijn als de dochters van carrierevrouwen nu opeens eindigden als huisvrouw', besluit zij haar betoog.
Zorg voor de kinderen heeft niet alleen een slecht imago, het maakt vrouwen ook ziek volgens het artikel ' Ziek door de kinderen' van Dagens Nyheter (6-2-2011). Het feit dat vrouwen zich veel vaker ziek melden dan mannen zou te wijten zijn aan het feit dat zorgtaken nog altijd grotendeels bij vrouwen terechtkomen. Het is begrijpelijk dat het in zo'n zorgvijandige omgeving al heel gedurfd is om je kind een uurtje eerder uit de opvang te halen. Toch wensen veel ouders zich vaak stiekem iets anders voor hun kinderen. Daarom zijn ze ook dolblij wanneer hun kind na school bij ons in een rustige gezinssituatie kan spelen in plaats van op die o, zo gezellige Fritids.
Het Zweedse model laat ons haarfijn zien welke grenzen er zitten aan het faciliteren van betaalde arbeid door ouders buitenshuis. Inderdaad, als Nederlander kom je niet goed toe aan twee fulltime banen per gezin, maar als Zweed kom je niet meer toe aan je partner en je kinderen. Je kunt je afvragen wat erger is.
Mooi stuk.. Ik had een link naar je blog geplaatst in mijn weblog..
BeantwoordenVerwijderenInteressant!
BeantwoordenVerwijderen- Ik vraag me wel af hoe het dan zit met het bevallingsverlof van anderhalf jaar + 480 dagen betaald zorgverlof... bij drie kinderen is er dan toch zo'n 8 jaar iemand thuis (of op straat en in die winkel)!!!
- En hoe staat het hiermee? http://www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief/article/detail/2800991/2002/08/24/Zweedse-arbeid-drie-dagen-werken-drie-dagen-vrij.dhtml
Groetjes
Hoi Arieke
BeantwoordenVerwijderen480 dagen heb je samen per kind. Die kun je opnemen of laten uitbetalen.
Part-time komt voor, maar het idee om part-time thuis te blijven voor de kinderen leeft niet en wordt ontmoedigd door genivelleerde lonen. Part-time dient vaak de werkgever (fittere mensen in de zorg b.v.).