Pupillen van Eton College, Photograph: Christopher Furlong/Getty Images
'We moeten meer investeren in excellente werknemers, docenten en leerlingen.'
Dit geluid zingt rond in alle
media en lijkt verworden tot een nationaal geloof. Maar waar is het
op gebaseerd? Gaat het soms goed met landen als Engeland en Amerika
waar de excellente bovenklasse van de samenleving haar intellectuele
talenten viert in elitaire bolwerken als Eton, Cambridge of Harvard?
Laat de economische crisis in die landen juist niet zien dat het
belang van intellectuele vorming en persoonlijk succes schromelijk
wordt overschat?
Interessant is in elk geval dat in de lijst van
meest toonaangevende kenniseconomieën (global competitiveness report
2012-2013 van het World Economic Forum) Finland en Zweden voorlopen
(resp. 3e en 4e plaats) op Nederland, Engeland en Amerika (resp. 5e,
7e en 8e plaats). En laat dit nou net twee landen zijn waar niet
excellentie maar plezier en sociale samenhang in werk en onderwijs
voorop staan. Hier streeft men, anders dan staatssecretaris Dekker,
niet in de eerste plaats naar een 'ambitieuze en opbrengstgerichte
leercultuur' maar naar één waar men betrokken en geïnteresseerd
samenwerkt binnen redelijke grenzen. Hoogbegaafde kinderen halen hier
misschien niet het maximale uit hun intellectuele mogelijkheden. Maar
is dat erg? Weegt dat op tegen het feit dat zij hier meer uit hun
fysieke en sociale mogelijkheden halen via beweging in de
buitenlucht, voldoende rust en training van sociale vaardigheden? Ik
geloof uiteindelijk van niet. Er valt zelfs veel voor te zeggen om
bolleboosjes niet in een hoogbegaafdenklasje te zetten maar ze hun
buurman te laten helpen met zijn sommen zodat hij ze ook snapt. Dat
maakt de bolleboos socialer en de buurman slimmer.
De opmars van plusklasjes is een uitwas van een competetieve individualistische maatschappij waarin de intellectuele ontwikkeling van kinderen centraal staat en steeds ambitieuzere ouders een plekje onder de zon voor hun kroost opeisen. Het is beschamend in alle media te lezen dat hoogbegaafde kinderen in Nederland verwaarloosd worden en zwakbegaafden gepamperd terwijl de klassen in het speciaal onderwijs overvol zitten en onderbemand zijn. Hebben redacteuren mogelijk meer affiniteit met de problematiek van hoogbegaafden dan met die van kinderen met een rugzakje?
Hoe dan ook, plusklassen
leiden tot niets anders dan segregatie en verdere
individualisering van onze samenleving. Dat moeten we niet willen.
Ons land is harder toe aan verbinding dan aan differientatie. De
werkelijke problemen in het onderwijs liggen in onze
gemeenschappelijke basis. Die is nu te mager zowel voor de rugzakjes
als de middenmoters als de bolleboosjes. Als er naar Scandinavisch
model, twee of meer leerkrachten voor de klas staan in plaats van
één, komen alle leerlingen, sociaal, emotioneel en intellectueel
beter tot hun recht, of zij nu extra aandacht nodig hebben vanuit een
achterstand dan wel een voorsprong. In Zweden nemen zelfs kinderen
met het syndroom van Down deel aan regulier onderwijs. Zo vormt het
schoolleven weer een reële afspiegeling van de maatschappij waarin
kinderen rekening leren houden met elkaar in plaats van elk hun
individuele traject te bewandelen. En ja, dat maakt bolleboosjes
misschien wat minder excellent maar wel een stuk plezieriger in de
omgang.