PVDA kamerlid Myrthe Hilkens |
Sylvain Ephimenco wekt in zijn column
'Calamity Myrthe' ten onrechte de suggestie dat het criminaliseren
van prostitutiebezoek in Zweden geleid zou hebben tot extreem hoge
verkrachtingscijfers.
Eerder onderzocht ik vanuit Zweden voor NRC
Handelsblad de verkrachtingen waarvan Wikileaks-oprichter Julian
Assange in dat land nog altijd beschuldigd wordt. In de zaak tegen
Assange werd duidelijk dat Zweden, anders dan de meeste andere
landen, de menselijke integriteit extreem serieus neemt en beschermt.
Omdat zij die taak niet aan het individu wil overlaten maar centraal
geregeld wil zien, is er in 2005 een wet aangenomen die de definitie
van verkrachting zodanig heeft verbreed dat vanaf dat moment ook seks
met iemand die dronken is of om welke andere reden geen nee kan
zeggen tot verkrachting gerekend wordt. Met deze wetswijziging
verdubbelde het aantal meldingen van verkrachtingen tussen 2004 en
2009. In Zweden wordt dus niet meer verkracht dan in andere landen
maar houdt men er vooral een strengere visie op sociale veiligheid op
na. Ephimenco's vaststelling dat er in Zweden verhoudingsgewijs
weinig verkrachters worden opgepakt, hangt daar mee samen. Want de
meer subtiele varianten van verkrachting die elders ter wereld niet
als zodanig meetellen, blijken moeilijk oplosbaar via het strafrecht.
Dat neemt niet weg dat de Zweedse houding inzake het beschermen van fysieke integriteit heeft geleid tot een
ongekend veilig klimaat voor vrouwen. Dat is duidelijk merkbaar als
je in Stockholm over straat loopt. Ik voel mij daar als vrouw alleen
vele malen veiliger en vrijer dan in Amsterdam. Ik ben er dan ook van
overtuigd dat wanneer de cijfers gecorrigeerd zouden worden voor de
brede definitie die Zweden hanteert voor verkrachtingen, zij beslist
in het voordeel zouden uitvallen van Zweden. Het criminaliseren van
hoerenlopers is dus geen goed voorbeeld van falende betutteling van
de overheid. Hooguit van betutteling. En zolang Zweedse jongeren,
alle verhalen ten spijt, nog altijd substantieel minder drinken dan
hun Nederlandse, Duitse en Engelse leeftijdsgenoten lijkt de Zweedse
staatsregulering van drankconsumptie die Ephimenco aanvoert ter
ondersteuning van zijn betoog daar evenmin een goed voorbeeld van te
zijn. Daarom zie ik geen enkele reden om cynisch te zijn over Myrthe
Hilkens' verkenningen in Zweden om prostitutiebezoek te
criminaliseren. In tegendeel: Go for it Myrthe!
Ephimenco's volgende column van zaterdag 23 februari 2013 staat geheel in het teken van zijn minachting voor het feit dat ik mijn inzicht deels ontleen aan een persoonlijke impressie. Hij schildert mij af als een naiëveling door mijn gevoel als meetinstrument belachelijk te maken en door te stellen dat ik de door hem gebruikte term 'criminaliseren' overneem zonder mij bewust te zijn van de negatieve ironische connotatie daarvan in zijn stuk. Maar waar Ephimenco zich niet bewust van is, is het feit dat aan het criminaliseren van hoerenlopers in Zweden eerder een positieve dan een negatieve connotatie kleeft. Blijkbaar is dat voor hem zo onvoorstelbaar dat hij vermoedt dat ik een steekje laat vallen.
Mijn reactie daarop in Trouw do 28 februari:
In zijn column (Trouw 23 februari)
beticht Ephimenco mij van subjectiviteit en natte vingerwerk. Maar
naast cijfers is mijn impressie van Zweden tenminste gestoeld op
bijna drie jaar in Zweden leven (waarbij wij ons wekelijks in
Södertälje begaven, één van de meest criminele plaatsen in
Zweden) terwijl Ephimenco's suggestie dat het bestraffen van
hoerenlopers in Zweden geleid zou hebben tot meer verkrachtingen
volledig uit de lucht gegrepen is.
De cijfers die hij aanhaalt, zijn
gemeten vanaf 1990, bijna tien jaar voordat prostitutiebezoek strafbaar
gesteld werd en laten daarmee geen direct oorzakelijk verband zien maar
een geleidelijke trend die net zo goed heel andere oorzaken kan hebben.
Bovendien, wat is de uitgangssituatie in Zweden? Gezien het
vrouwvriendelijke klimaat is het niet ondenkbaar dat
verkrachtingscijfers daar altijd lager hebben gelegen dan in veel andere
landen. Het is dan vanzelfsprekend dat deze cijfers, met de inmenging
van andere meer vrouwonvriendelijke culturen, in Zweden
verhoudingsgewijs harder stijgen dan in andere landen. De situatie van
Zweedse blondines die hun haar donker verven uit
vrees voor verkrachting in Zweedse migrantenwijken is mij zeker bekend.
Maar dat raakt aan een andere sociale problematiek die de
Zweden zeker niet gaan oplossen door prostitutiebezoek te legaliseren.
Zweden wordt regelmatig belachelijk gemaakt in verband met de strakke grenzen die zij trekt inzake menselijke integriteit en emancipatiekwesties. Ik begrijp dat als geen ander en doe daar graag aan mee maar Zweden is natuurlijk geen belachelijk land. Wij vinden het belachelijk omdat we verbaasd zijn en vol onbegrip. Maar het is goed om stil te staan bij de afwegingen die daar worden gemaakt. Niet in de laatste plaats omdat er meer vrouwen deelnemen aan de publieke besluitvorming. Dat kan ons als voorbeeld en ter inspiratie dienen. Zo vond ik het, net in Zweden, raar dat er door niemand werd gelachen om de in Nederland gangbare en altijd gewaardeerde vrouw-onvriendelijke grappen van mijn partner. Hij meende er toch niets van en het was toch lachen? Maar toen ik dat eens vertelde aan een aardig academisch stel uit Uppsala, keken zij mij meelijwekkkend aan. 'Meisje', zei de vrouw, daar hebben wij in dit land samen veel te hard voor gewerkt om daar nog om te kunnen lachen. Opeens schaamde ik me. 'Oeps', dacht ik. 'Voor hen ben ik een donkere vrouw die zegt dat het zo raar is dat zij niet lachen om negermoppen. Misschien zijn ze ons toch een stapje voor. Alleen weten wij dat nog niet'
Geen opmerkingen :
Een reactie posten